Aankoop en verzorging van uw hond

Aankoop

33-466x307Vooraleer u een hond aanschaft, dient u er zich goed van bewust te zijn dat er zeer grote verschillen zijn qua karakter, formaat, verzorging, … tussen de verschillende hondenrassen enerzijds en binnen hetzelfde ras anderzijds. Hou bij de raskeuze dan ook rekening met uw persoonlijke situatie: beschikt u over een tuin, zijn er kinderen, woont u op een appartement, … Wil u een gezelschapshond, een showhond, een waakhond,… wil u vooral gezelschap of wenst u aktiviteiten te doen met uw hond, … ?

Uw dierenarts kan u bijstaan in de keuze van een geschikt dier. Denk ook aan uw budget. De aanschaf van een hond vormt slechts een fractie van het kostenplaatje. Hierbij komen ook de voeding, de huisvesting, diergeneeskundige zorgen, evt. aanpassingen aan uw tuin, wagen, … en eventuele opvang tijdens de vakantie. U kan informeren bij de rasverenigingen waar pups te koop zijn. Ook asiels zitten vol honden die wachten op een geschikt baasje !

  • Koop nooit een hond jonger dan 8 weken.
  • De hond moet levendig, alert en nieuwsgierig zijn.
  • De huid en vacht moeten zuiver zijn. Mest in de haren rondom de anus wijst vaak op diarree. Kleine bruinzwarte korreltjes tussen de haren kunnen wijzen op de aanwezigheid van vlooien.
  • Oren, neus en oogjes moeten proper en vrij van uitscheiding zijn.
  • Wanneer u een rashond wil kopen en moeilijkheden wil vermijden, informeer dan naar goede fokkers. Bespreek met de fokker alle garantiemogelijkheden en zet ze op papier om discussie na de aankoop te vermijden.
  • Hierop moeten zeker volgende gegevens vermeld zijn:
    • naam en adres van koper en verkoper
    • datum, plaats en prijs
    • beschrijving van de hond: ras, kleur, geboortedatum, beharing, evt. identificatie
    • welke ziekten en gebreken er onder de garantie vallen (Een aantal van deze waarborgen zijn ook wettelijk vastgelegd.)
    • Indien u de hond koopt met het oog op de voortplanting, laat u dit ook best opnemen in de garantie
  • De hond moet gevaccineerd (eerste inenting) en gechipt zijn en over een Europees paspoort beschikken. Vooral bij hondjes die in het buitenland werden geboren, is het belangrijk na te gaan dat het paspoort behoorlijk werd ingevuld, ondertekend en afgestempeld door een dierenarts. Veelal vult de kweker ook de data in wanneer de pup werd ontwormd.

Verzorging

De bedoeling van vaccinatie is uw hond de nodige afweer te laten opbouwen tegen besmettelijke ziekten. De nodige vaccinaties zijn afhankelijk van de levenswijze en huisvesting van uw dier. Uw dierenarts stelt voor uw hond het gepaste schema op.

Onthoud dat enkel gezonde dieren (dus ontwormd en ontvlooid) kunnen ingeënt worden en het steeds een tijdje duurt alvorens afweerstoffen gevormd worden. Jonge honden worden al een eerste keer gevaccineerd rond de leeftijd van 6 weken met een puppy-vaccin. De volwassen enting wordt op de leeftijd van 9 weken toegediend, met een herhaling na 3 tot 4 weken. Jaarlijkse herhalingsentingen zijn nodig om de bescherming van uw hond te waarborgen. Dit zijn de ziekten waartegen uw hond kan ingeënt worden:

  • Hondenziekte (= ziekte van Carré, Caniene Distemper): Dit is één van de belangrijkste ziekten bij de jonge hond. Het virus is wereldwijd verspreid. Het zieke dier vertoont koorts, ontsteking van de neus, ogen en keel, zal hoesten, braken en diarree hebben. Ook het zenuwstelsel kan aangetast zijn. Veelal heeft deze aandoening een dodelijke afloop.
  • Parvovirose (soms kattenziekte genoemd): Deze ziekte is zeer besmettelijk en kan een dodelijke afloop hebben. Vooral jonge hondjes zijn gevoelig. Eerst stoppen ze met eten, hebben koorts en braken. Vrij kort daarna ontstaat bloederige diarree. Door een uitgesproken tekort aan witte bloedcellen en uitdroging kan reeds na 2 dagen sterfte optreden. Na herstel van deze fase, kunnen de diertjes enkele weken later alsnog sterven ten gevolge van aantasting van de hartspier.
  • Leptospirose (rattenbeetziekte): Een ernstige ziekte waarbij ook de mens kan besmet worden. De grootste infectiebron zijn beekjes, grachten, kanaal… Het betreft hier een bacterie die zich doorheen de huid boort en in de bloedbaan circuleert. Op die manier kunnen verschillende organen worden aangetast oa. lever en nieren. Deze ziekte kan een dodelijke afloop hebben bij pups.
  • Rabiës (hondsdolheid): Alle warmbloedige dieren zijn gevoelig voor deze ziekte, dus ook de mens. Besmetting treedt meestal op door een beet van een besmet dier. Na enige tijd treden gedragsveranderingen op. De afloop is fataal. Dankzij de vaccinatieplicht is deze ziekte in Europa nagenoeg uitgeroeid. De inenting kan gegeven worden vanaf 3 maanden en is verplicht voor alle dieren die reizen naar een ander land (ook Nederland!). In sommige landen gelden strengere normen, bijgevolg is het raadzaam voor een reis naar het buitenland ruim op voorhand informatie in te winnen bij uw dierenarts.
  • Infectieuze tracheobronchitis (= kennelhoest): Deze ziekte wordt veroorzaakt door een samenspel van meerdere micro-organismen en omgevingsfactoren en veroorzaakt ademhalingsproblemen. Vooral voor honden die contact hebben met andere honden (hondenschool, kennels, pensions, shows, …) wordt een vaccinatie sterk aangeraden.
  • Besmettelijke hepatitis: Deze ziekte kan honden van elke leeftijd aantasten en kan zich op verschillende manieren uiten. Jonge pups worden plots dood gevonden zonder voorafgaande symptomen. Bij iets oudere honden gaat het ziekteverloop wat trager en zien we dieren met hoge koorts die algemeen erg ziek zijn, buikpijn hebben en dorstig zijn. Soms zijn er ademhalingssymptomen of diarree.

In België is het verplicht uw hond te identificeren met een microchip en te registreren voor de leeftijd van 4 maand of eerder als hij zijn geboorteplaats verlaat. Het plaatsen van een chip is niet erg pijnlijk.

Bij de identificatie wordt ook een Europees paspoort verstrekt.

  • Jonge pups, maar ook volwassen honden moeten regelmatig ontwormd worden. In de eerste plaats tegen spoelwormen, maar soms kunnen ze ook met lintwormen besmet zijn. Deze wormen zijn ook besmettelijk voor de mens. Raadpleeg uw dierenarts voor een aangepast schema.
  • Honden zijn ook gevoelig voor huidparasieten. Teken- en vlooienpreventie zijn dan ook aan te raden. Bespreek de mogelijkheden met uw dierenarts. Bekijk eveneens de brochure over parasieten bij de hond.
  • De ogen vragen in principe geen verzorging. Afblijven is de boodschap. Indien er abnormale uitvloei, zwelling of roodheid gezien wordt, moet u uw dierenarts om advies vragen.
  • Gezonde oren behoeven geen reiniging. Het reinigen van vuile oren doet u best enkel op advies van uw dierenarts met aangepaste produkten.
  • Een regelmatige tandverzorging kan heel wat problemen voorkomen. Het kan nuttig zijn uw pup te wennen aan een regelmatige poetsbeurt. Uw dierenarts heeft speciaal daartoe ontwikkelde tandpasta. Verder is de voedingskeuze heel belangrijk voor het ontstaan van tandsteen. Een grote brok waar effectief op gekauwd wordt, is in dat opzicht veel beter dan natte voeding.
  • Kortharige rassen behoeven weinig vachtonderhoud. Langharige rassen moeten op regelmatige basis gekamd of geborsteld worden teneinde klitten te voorkomen. Het is belangrijk pups daar al op jonge leeftijd aan te wennen. Honden hoeven alleen gewassen te worden als hun vacht echt vuil is. Gebruik steeds een aangepaste shampoo om de natuurlijke huidbarrière niet te beschadigen.
  • Of de nagels van uw hond vaak of zelden moeten geknipt worden, is hoofdzakelijk afhankelijk van zijn of haar levensstijl. Hou vooral de ‘duim’ in de gaten. Omdat deze de grond niet raakt tijdens het stappen, kan de nagel wel eens te ver doorgroeien. Omdat de opbouw van de hondennagel anders is dan die van de mens, is het knippen met een gewone nagelschaar erg pijnlijk voor uw hond. Gebruik dus steeds een aangepast model. Uw dierenarts zal dit met plezier voor u doen of u uitleggen hoe u het zelf kan doen.
  • Een pup zindelijk krijgen is vooral een kwestie van consequentie en geduld. Uw dierenarts of de instructeur van de hondenschool kunnen u hierbij zeker advies op maat verstrekken.
  • Een hond moet – anders dan een kat – goed opgevoed worden teneinde een aangenaam lid van onze maatschappij te kunnen worden. Veel probleemgedrag kan voorkomen worden door bv. gehoorzaamheidslessen te volgen bij een hondenschool.

Als u niet wenst te kweken met uw hond, is het zowel voor reuen als voor teven aangewezen ze te laten castreren/steriliseren. Een hormonale behandeling is mogelijk, maar kan, zeker op termijn, ernstige nevenwerkingen hebben.

Castratie van de reu op relatief jonge leeftijd zal zijn libido sterk verminderen en kan agressief gedrag of territoriaal gedrag (markeren) voorkomen of verminderen. Na steriliseren zal de teef geen loopsheden meer vertonen. (geen bloedverlies) Bovendien vermindert deze ingreep, indien ze voor de 2de loopsheid heeft plaatsgevonden, sterk de ontwikkeling van melkkliertumoren op latere leeftijd. Ook baarmoederontstekingen en het ontwikkelen van schijndracht worden hiermee voorkomen.

Voor meer uitleg hieromtrent, kan u ook de brochure omtrent geboortebeperking bij de hond nalezen.

TOP